Potloodtekening van een mansportret, ondertekend "Jespers" rechtsonder en gedateerd "44" rechtsonder, met vermelding "Arlon" linksonder.
Floris Jespers (1889-1965) volgde, samen met zijn broer Oscar, de Kunstacademie en schilderde, maakte etsen, en musiceerde. Hij was zeer bevriend met de dichter Paul van Ostayen en behoorde vanaf de jaren twintig tot de Antwerpse avant-garde. Als beeldend kunstenaar was Jespers voortdurend op zoek, experimenterend met nieuwe technieken en stijlen, en omarmde achtereenvolgens het impressionisme, constructivisme, expressionisme, fauvisme, en kubisme. In de jaren 50 maakte hij reizen naar Congo, en werd bekend o.w.v. zijn schilderijen van Congolese vrouwen. Gaston Burssens schreef een monografie over hem.
Op beschuldiging van (nooit bewezen) collaboratie met de Duitse bezetter, werd Floris Jespers in augustus 1944 met zijn gezin enige tijd geinterneerd in de gevangenis van Aarlen (Arlon) alwaar hij een reeks tekeningen maakte van celgenoten en medegevangenen. Deze tekeningen kwamen nadien in bezit van Gaston Burssens, en werden in september en oktober 1965 tentoongesteld in Galerie des Arts in Antwerpen. Omwille van de vermelding “Arlon” en het jaartal “44” is de aangeboden tekening wellicht afkomstig van deze reeks.